NL1002900C2 - Voedingseenheid alsmede een connector ten gebruike daarmee. - Google Patents

Description

Voedingseenheid alsmede een connector ten gebruike daarmee.

De uitvinding heeft betrekking op een voedingseenheid voor laagspanningsverlichting omvattende tenminste een handmatig losneembare aansluiting voor een extern elektriciteitssnoer.

5 Bij een dergelijke bekende voedingseenheid omvat de elektrische aansluiting voor een extern elektriciteitssnoer een schroefverbinding, een zogenoemde kroonsteen, waarin de van hun isolatie ontdane uiteinden van het snoer worden gestoken en met behulp van een metalen schroef in ieder een eigen metalen mantel elektrisch geleidend worden vastgezet. Een dergelijke verbinding is ontleend aan hoogspanningsverlichting, waarbij 10 een dergelijke elektrisch verbindingswijze op grote schaal wordt toegepast.

Een bezwaar van de hiervoor beschreven schroefverbinding is echter dat bij een onzorgvuldig aangedraaide schroef het contact tussen het snoeruiteinde en de metalen mantel betrekkelijk los kan zijn en daardoor de contactweerstand groot. Met name bij laagspanningstoepassingen zoals laagspanningshalogeenverlichting kan dit tot 15 gevaarlijke situaties leiden, omdat daarbij veelal een relatief grote stroomsterkte vereist zal zijn om het gewenste lichtvermogen te realiseren en de in de aansluiting optredende warmteontwikkeling immers kwadratisch evenredig is met de stroomsterkte. Als het gaat om laagspanningsverlichting worden dan ook hoge eisen gesteld aan de betrouwbaarheid van het contact tussen voedingseenheid enerzijds en extern 20 aansluitsnoer anderzijds om een overmatige warmteontwikkeling te vermijden.

Daarnaast dient de onderlinge verbinding tussen snoer en voedingseenheid bestand te zijn tegen een gebruikelijke trekbelasting daarop, opdat de verbinding onder invloed van een dergelijke belasting niet onverhoopt losschiet, terwijl anderzijds een zo eenvoudig en snel mogelijke montage en demontage van de verbinding wenselijk is.

25 De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel te voorzien in een voedingseenheid die aan deze wensen beantwoordt en de nadelen verbonden aan de bekende voedingseenheid tegen gaat.

1002900 ΝίΜ»1β-ΝΙ A ~ -2-

Om het beoogde doel te bereiken heeft een voedingseenheid van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de aansluiting een eerste connector omvat welke is opgenomen in een eerste contactbehuizing, welke eerste connector in staat is om samen te werken met een in een tweede contactbehuizing 5 opgenomen tweede connector die met het elektriciteitssnoer is verbonden om daartussen een handmatig losneembare, elektrisch geleidende verbinding tot stand te brengen, en dat ieder der beide genoemde contactbehuizingen is voorzien van een orgaan dat deel uitmaakt van een onderlinge borging, waarbij onder het uitoefenen van een nagenoeg rechtlijnig gerichte kracht op een der organen een vrijgave van de borging plaatsvindt.

10 In het bijzonder komt een tuimelmechanisme als borgingsorgaan in aanmerking, dat in een mogelijke uitvoeringsvorm integraal uit een flexibele kunststof is vervaardigd en ten volle aan de technisch-functionele eisen, als aan de vervaardigings-, esthetische, en ruimte-eisen kan voldoen.

In een verdere uitvoeringsvorm is door toepassing van een zigzagsgewijze door 15 klemmiddelen leiden van het elektriciteitssnoer een effectieve trekontlasting van het snoer verkregen.

De onderhavige uitvinding, zal samen met de verdere daarmede samenhangende voordelen, aan de hand van de navolgende tekeningen nader worden toegelicht. Daarbij toont: 20 Figuur 1, een voorkeursuitvoeringsvorm van een voedingseenheid voorzien van een connectorpaar overeenkomstig de uitvinding met corresponderende contactbehuizingen;

Figuur 2, een gedeeltelijk opengewerkt rechter zijaanzicht van een contactbehuizing met een connector van figuur 1; en 25 Figuur 3, een gedeeltelijk onderaanzicht van de connector van figuur 2.

1002900 -3-

De figuren zijn zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name zijn omwille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

5 Figuur 1 toont een voedingseenheid 4 met een elektrische aansluiting 1 ten behoeve van een extern elektriciteitssnoer 11 opgebouwd uit een contactbehuizing 2 en een corresponderende contactbehuizing 3, die in de getoonde uitvoeringsvorm met twee andere in een met het lichtnet te verbinden voedingseenheid 4 kan worden opgenomen. Een dergelijke voedingseenheid 4, die onder meer een transformator bevat, wordt 10 bijvoorbeeld toegepast in combinatie met armaturen voor verlichtingsdoeleinden. Er kunnen gelijktijdig een aantal armaturen worden gevoed door een aantal contactbehuizingen 3 op de voedingseenheid 4 aan te sluiten.

De getoonde een rechthoekige doorsnede bezittende contactbehuizingen 2 en 3 zijn voorzien van respectievelijke borgorganen 5 en 6. Orgaan 5 bezit een eenvoudig te 15 bedienen tuimelmechanisme dat is uitgevoerd met een haak 7, die wanneer de contactbehuizingen 2 en 3 in elkaar zijn gestoken samenwerkt met het orgaan dat de vorm heeft van een zaagtandvormige nok 6 die op de andere contactbehuizing 3 is aangebracht. In ingestoken toestand vormen de paren elektrische contacten 8 en 9 in de contactbehuizingen 2 en 3 een verbinding die, vanwege de lage overgangsweerstand in 20 geborgde toestand, goed en onder wisslenede omstandigheden, bestand is tegen hogere stromen, zoals deze bij halogeen verlichting voorkomen.

In figuur 2 is weergegeven dat het tuimelmechanisme wordt gevormd door het snaporgaan 7 dat in staat is om onder invloed van een veelal handmatig uitgeoefende nagenoeg rechtlijnig gerichte kracht F te scharnieren om een enigszins meebeweegbare 25 kolom 10 die in de getoonde uitvoeringsvorm op de korte rechthoekszijde van de contactbehuizing 2 is gemonteerd. Als het tuimelmechanisme, of bij voorkeur om vervaardigingstechnische redenen de gehele connector 1, uit eenzelfde flexibele 1002900 -4- kunststof is vervaardigd is slechts zeer weinig handkracht nodig om de borging vrij te geven en vrijwel simultaan de contacten 8 en 9 te lossen.

Figuur 2 toont verder dat een elektriciteitssnoer 11 zigzagsgewijze tussen inwendige klemmiddelen 12, uitgevoerd met schotten, doorloopt naar de contact 8 en 9 die na 5 montage van het snoer 11 daaraan in de contactbehuizing 2 kunnen worden geschoven. De contactbehuizing 2 is uit twee koppelbare delen 13 en 14 opgebouwd die draaibaar zijn om respectievelijke schamierassen 15 en 16 die ook worden gevormd door de flexibele kunststof. De klemmiddelen 12 zitten in de getoonde uitvoering vast op het deel 13. In voorkomend niet in de figuren weergegeven geval kunnen de klemmiddelen 10 als tanden zijn uitgevoerd die, eventueel op beide delen 13 en 14 inwendig aangebracht, het zigzagsgewijze verlopende snoer de noodzakelijke trekontlasting verlenen.

Zoals met name figuur 3 in combinatie met figuur 1 toont grijpt het scharnierende drievlaksdeel 14 om het scharnierende slechts een vlak in beslag nemende deel 13. Zodoende ontstaat een doosvorm met daarin de klemmiddelen 12 die door middel van 15 grijp-klemmiddelen 17 is geborgd.

Figuur 1 toont nog, dat drie contactbehuizingen 3 met hun lange rechthoekszijde zij aan zij op een gestippeld weergegeven plaat 18 zijn aangebracht, waardoor effectief met de kleine beschikbare ruimte wordt omgegaan om meerdere verlichtingsarmaturen tegelijkertijd te kunnen voorzien van stroom. Het tuimelmechanisme 7, 10 zit daartoe 20 evenals de corresponderende nok 6 vast aan de korte rechthoekszijde van de respectievelijke contactbehuizingen 2 en 3.

1 0 0 2 S 0 0

Claims (17)

1. Voedingseenheid voor laagspanningsverlichting omvattende een tenminste een handmatig losneembare aansluiting voor een extern elektriciteitssnoer met het kenmerk dat de aansluiting een eerste connector omvat welke is opgenomen in een eerste 5 contactbehuizing, welke eerste connector in staat is om samen te werken met een in een tweede contactbehuizing opgenomen tweede connector die met het elektriciteitssnoer is verbonden om daartussen een handmatig losneembare, elektrisch geleidende verbinding tot stand te brengen, en dat ieder der beide genoemde contactbehuizingen is voorzien van een orgaan dat deel uitmaakt van een onderlinge borging, waarbij onder het 10 uitoefenen van een nagenoeg rechtlijnig gerichte kracht op een der organen een vrijgave van de borging plaatsvindt.

2. Voedingseenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk dat in één continue beweging een vrijwel simultane vrijgave en losname van de connectoren plaatsvindt.

3. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 1-2, met het kenmerk dat 15 tenminste een van de organen een tuimelmechanisme omvat.

4. Voedingseenheid volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het tuimelmechanisme vastzit op de tweede contactbehuizing bevestigd aan het externe elektriciteitssnoer.

5. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk dat de 20 contactbehuizingen uit kunststof zijn vervaardigd.

6. Voedingseenheid volgens conclusie 5, met het kenmerk dat althans een gedeelte van het tuimelmechanisme uit een flexibele kunststof is vervaardigd. 1002900 -6-

7. Voedingseenheid volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de contactbehuizing en het orgaan met het tuimelmechtnisme uit dezelfde flexibele kunststof zijn vervaardigd.

8. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk dat de 5 tweede contactbehuizing uit twee met elkaar koppelbare delen is opgebouwd, waarbij in gekoppelde toestand van de delen het elektriciteitssnoer tegen verschuiven is begorgd.

9. Voedingseenheid volgens conclusie 8, met het kenmerk dat tenminste een van de koppelbare delen van de betreffende contactbehuizing van inwendige, zich gedeeltelijk om het elektriciteitssnoer uitstrekkende klemmiddelen is voorzien.

10. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 8-9, met het kenmerk dat de klemmiddelen tanden vormen waartussen het snoer zigzagsgewijze is vastgeklemd.

11. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 8-9, met het kenmerk dat de klemmiddelen zijn uitgevoerd als ten opzichte van elkaar verschoven aangebrachte schotten waartussen het elektriciteitssnoer zigzagsgewijze is vastgeklemd.

12. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 8-11, met het kenmerk dat een van de koppelbare delen van de tweede contactbehuizing om het andere deel grijpt.

13. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 4-12, met het kenmerk dat op de ene contactbehuizing het tuimelmechanisme aan een zijde als snaporgaan is uitgevoerd voor samenwerking met een corresponderende nok op de andere contactbehuizing.

14. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 4-13, met het kenmerk dat in de tweede contactbehuizing tenminste een contact kan worden geschoven, waaraan het van isolatiemateriaal ontdane uiteinde van het elektriciteitssnoer is aangesloten. i : - ’ -7-

15. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 1-14, met het kenmerk dat de eerste contactbehuizing vastzit op een plaat tezamen met andere, soortgelijke contactbehuizingen en dat de plaat handmatig losneembaar, elektrisch is verbonden met de voedingseenheid.

16. Voedingseenheid volgens een van de conclusies 1-15, met het kenmerk dat de contactbehuizingen een nagenoeg rechthoekige doorsnede bezitten en dat contactbehuizingen met hun lange rechthoekszijde zij aan zij op de plaat zijn geplaatst, terwijl het borgorgaan op de korte rechthoekszijde van de ene contactbehuizing is aangebracht.

17. Connector voor toepassing met de voedingseenheid volgens een van de conclusies 1-16. 1002900